Stadsvarkens

Week 38 2018

Heel lang geleden liepen de varkens los in de stad. Zij ruimde de voedselresten op die de mensen niet meer konden gebruiken en tegen de winter werden de varkens geslacht en hadden mensen te eten. Later kwam hier de schillenboer voor in de plaats. Dit was met het oog op ziekten natuurlijk veel beter. Inmiddels is de schillenboer bij ons vervangen door de ROVA die de groene container komt legen. Ik moet er niet aan denken dat we de resten maar ergens neer zouden gooien. Wat een ongedierte zal er wel niet op af komen? Bah. 

Toch krijgen onze varkens nog steeds voedselresten, alleen zijn dat niet de etensresten die we vandaag de dag in de GFT-bak gooien. Wat wij als burgers niet zien is dat bij de aardappelfabrieken en bijvoorbeeld de suikerfabrieken resten overblijven. Friet en suiker eten we als mensen op, maar  aardappelstoomschillen en bietenpulp kunnen we als mensen niets mee. Dit geldt ook voor de bakkerijen. Mislukte producten gaan naar de veevoederfabriek. Deze maken er lekkere en goede brokken voor onze varkens van. Hierdoor wordt de voedselverspilling fors verminderd. Wist u dat 65% van het varkensvoer bestaat uit dergelijke resten?

Wat mooi eigenlijk dat zo’n varken die waardeloze voedselresten om kan zetten in een lekker stukje vlees dat wij als mensen weer kunnen eten. Daarnaast levert een varken ook mest. Hierop kunnen gewassen groeien zoals bijvoorbeeld aardappelen, groenten, maar ook de granen waar uw brood van gebakken wordt.  Een varken van nu  is net als vroeger het stadsvarken een echt kringloopdier en eigenlijk onmisbaar in onze samenleving.

Ik ben dan ook blij met onze varkens op de boerderij.

Ruth van der Haar, varkenshoudster te Collendoorn